Metaforen zijn belangrijke denkinstrumenten. Ze maken het ons makkelijker om ideeën te begrijpen en aan elkaar uit te leggen. Maar soms zitten metaforen ons ook wat in de weg. Dat is volgens mij het geval met de computer-metafoor voor het menselijk brein.


We zijn er stilaan aan gewend geraakt omringd te zijn door apparaten – je smartphone, je smartwatch en is dat een ‘slimme televisie’ in je woonkamer? – die informatie bliksemsnel kunnen verwerken. Het lijkt alsof die apparaten hetzelfde doen als mensen, alleen sneller en/of nauwkeuriger. Maar is dat zo?
Het lijkt een vraag waar we ons in onderwijs niet te druk om hoeven te maken. Maar ik denk dat het juist voor onderwijs belangrijk is om de discussie te volgen over wat menselijke cognitie wel of niet is en welke metaforen ons wel of niet helpen om menselijk denken te begrijpen.
Want de effectieve didactiek die we (proberen te) hanteren om goed les te geven, is (als het goed is) gebaseerd op wetenschappelijke theorieën over leren, over cognitie, over wat het betekent een mens te zijn.
Wat mij dan opvalt, is dat onderzoek hoe langer hoe meer lijkt uit te wijzen dat onze hersenen niet werken als een computer met RAM- en ROM-geheugen. Menselijke cognitie lijkt te maken te hebben met het vormen van een netwerk, zowel in ons brein zelf als tussen breinen van verschillende mensen als tussen menselijke breinen en hun omgeving.
Daarmee komen we dicht bij wat je een ecologische kijk op de mens zou kunnen noemen: de mens als deel van een complex geheel aan connecties tussen verschillende elementen van de natuurlijke werkelijkheid, de mens als deel van het verhaal van het leven op deze planeet.
Een fascinerend boek dat ik aan het lezen ben en daarmee verband houdt, is “How Emotions Are Made“. Ik hoop er binnenkort een korte review over te schrijven want over de eerste pakweg 150 pagina’s ben ik best enthousiast.
Dit alles brengt me terug bij vragen die me zowat 10 jaar geleden bezig hielden, maar die ik daarna door omstandigheden wat losliet. Hoe kunnen we in onderwijs goed gebruik maken van de inzichten die de wetenschappelijke studie van de mens, met name van de evolutie van onze soort en hoe die evolutie ons tot vandaag (en morgen) toe vormt?
Als we evidence based willen werken in onderwijs, of het nu gaat over leerstrategieën of over SEL of over leren omgaan met diversiteit, kom je uiteindelijk bij deze vraag uit. Het is een vraag naar het ‘hoe’ in onderwijs die ons doet in- en uitzoomen tussen een kosmisch perspectief op de geschiedenis van de mensheid en het perspectief van die ene leerling in je klas die je wil helpen. Had ik al gezegd dat onderwijs het meest fascinerende beroepsveld is dat je kan vinden?