Ik las op de website van OECD over recent onderzoek naar de rol van gender in de toekomstverwachtingen van jonge kinderen. Blijkbaar is het niet zo eenvoudig om cultuurveranderingen rond gender tot stand te brengen: al vrij vroeg nemen kinderen de voorbeelden van de volwassenen rondom hen over. Dat blijkt tenminste uit hun antwoorden op vragen als: “Wat wil je later worden?”
Enkele opvallende conclusies uit het onderzoek:
– meer dan de helft van de jongens kiest voor wat we als traditionele mannenberoepen (of: professionele rollen) zouden kunnen omschrijven
– bij meisjes kiest maar ongeveer een vierde voor traditionele vrouwenberoepen
– meisjes zijn meer geïnteresseerd in traditionele mannenberoepen dan jongens in traditionele vrouwenberoepen
– meisjes kiezen meer dan jongens voor zorgende of creatieve beroepen
– het aandeel jongens en het aandeel meisjes dat voor STEM-gerelateerde beroepen kiest is gelijklopend
Wat vooral mijn aandacht trok, was dat de onderzoekers aangeven dat gender en de vooronderstellingen rond gender – die dus al vrij vroeg geïnternaliseerd worden door kinderen – belangrijker zijn voor wat een kind later wil worden/denkt te kunnen worden dan de socio-economische achtergrond van diens familie.
Een tweede aspect, dat me minder verrassend lijkt (maar zeker ook de nodige aandacht verdient) is dat de vroege ontwikkeling van cognitieve vaardigheden een impact hebben op wat kinderen als toekomst voor zichzelf zien, wat dan weer een invloed heeft op de schoolprestaties en studiekeuzes van kinderen.
Het rapport wijst op het blijvend belang van rolmodellen die stereotype verwachtingen rond gender kunnen helpen doorbreken. De auteurs verwijzen specifiek naar het belang van inclusieve, gendergevoelige kinder- en jeugdliteratuur. In zekere zin is daarmee de cirkel rond: cultuurverandering teweeg brengen door cultuur in de klas te brengen…