Vandaag kreeg ik het nieuwe nummer van Radix in handen, het tijdschrift over wetenschap en religie dat door Forum C wordt uitgegeven. Ik schreef er een artikel in waarin ik kort schets wat wetenschappelijke studie van religie vanuit evolutionair perspectief zoal inhoudt en hoe we daar in theologie mee kunnen omgaan. Hieronder kan je het abstract en een stuk uit de conclusie alvast lezen. Benieuwd wat je er van vindt!
Abstract: Wetenschappelijk onderzoek naar religie gebeurt steeds meer vanuit een evolutionair perspectief. Met enkele voorbeelden geeft dit artikel aan wat dit inhoudt en wat mogelijke implicaties zijn voor theologie. Vervolgens wordt vanuit theologisch perspectief kort op deze implicaties ingegaan. Het werk van theologen als Edward Schillebeeckx, Lieven Boeve en Philip Hefner brengt ons tot de suggestie dat dialoog tussen evolutionaire studies van religie en theologie tot verdiept inzicht in de dialogische relatie tussen God en mens kan leiden. Wanneer theologie de evolutionaire geschiedenis van religie als deel van de ervaring van de menselijke soort ernstig neemt, openen zich nieuwe wegen om de betekenis van religieuze verhalen, mythen en rituelen te ontdekken. Evolutie is, argumenteert dit artikel, deel van geloof.
Conclusie:
(…) De hernieuwing van een religieuze traditie in het licht van wat evolutie ons leert over het ontstaan ervan moet ons helpen onze wereld beter te maken, aan de noden van de samenleving vandaag het hoofd te bieden, en antwoorden te vinden op vragen als: “Welke wereld wensen we?”; “Hoe zien we onszelf als deel van deze wereld?” .
(…) De ervaring die kennis van de evolutionaire geschiedenis van religie mogelijk maakt, kan vervelende vragen oproepen. Hoe gaan we om met de mogelijkheid dat het afdwingen van sociale controle in groepen en conflict tussen groepen aan de oorsprong liggen van geloof in de genadevolle aanwezigheid van God in de geschiedenis? Tegelijk kan de reflectie op die ervaring ons helpen om op deze vragen – die op zich niet nieuw zijn voor de theologie – antwoorden te zoeken.
Een interessant spoor daartoe biedt het werk van Fuentes, waarin religie als het deel van de menselijke culturele niche wordt gezien dat de mens in staat stelt zich te verbeelden hoe de wereld zou kunnen zijn. Gelovigen kunnen in de dialogische verhouding tussen de mens en de symbolische wereld die de mens dankzij evolutie ontdekte en verder ontwikkelde, mogelijk inspiratie vinden om nieuwe inzichten te vinden in de dialogische relatie tussen mens en God. Op die manier kunnen gelovigen de betekenis van deze relatie herontdekken en hernieuwen. Dan wordt de ontmoeting met wetenschap voor de gelovige inderdaad, zoals Hefner zegt, een religieuze ervaring.